Op 13 mei heeft het Europees Hof een van de meest spraakmakende privacy zaken gewezen van 2014.
In de zaak, over het verzoek van een Spaanse burger om uit de zoekresultaten verwijderd te worden, staat het Hof een brede en doelmatige uitleg van de privacy richtlijn voor, en herhaalt hij de noodzaak om betrokkenen een effectieve bescherming te bieden en omzeiling van de wetgeving te voorkomen. Het hof overweegt onder andere dat ook wanneer Google Spanje slechts advertenties bij de zoekmachine van Google verkoopt, deze in dusdanig verband staan met de zoekmachine die door Google, Inc. (US) wordt aangeboden, dat Google Spanje óók aangemerkt moet worden als verantwoordelijke voor die zoekmachine. Het Hof bevestigt verder dat betrokkenen in sommige gevallen het recht hebben om zich te verzetten tegen (verdere) verwerking van hun persoonsgegevens – in dit geval kon de heer Gonzaléz zich volgens het Hof met recht verzetten tegen het feit dat de zoekresultaten bij een zoekactie op zijn naam een oud krantenartikel tonen waarin zijn huis wegens faillissement werd verkocht. Dat de krant dit rechtmatig had gepubliceerd (want bij wet verplicht), deed daar niet aan af.