In deze zaak oordeelt de rechtbank Gelderland dat de polisvoorwaarden op grond waarvan Achmea dekking weigert, kwalificeren als kernbedingen en niet als algemene voorwaarden. De rechtbank overweegt echter ook dat deze kernbedingen niet zijn overeengekomen tussen partijen en dus toepassing missen. Achmea moet daarom (toch) dekking verlening aan verzekerde.
Feiten en achtergrond
Het gaat in deze zaak om een auto die was gestolen en vervolgens uitgebrand werd teruggevonden nadat deze was gebruikt bij een liquidatiepoging. De eigenaar van de auto (de verzekerde) heeft een autoverzekering bij Achmea afgesloten op grond waarvan de auto onder meer verzekerd is tegen diefstal en brand. De verzekerde heeft zich zowel op dekking onder de diefstalverzekering als (later) de brandverzekering beroepen. Achmea heeft in beide gevallen dekking van de hand gewezen. Ten aanzien van de diefstalverzekering weigert zij dekking, omdat de auto niet voorzien was van een goedgekeurd voertuigvolgsysteem (polisvoorwaarde PAV-CL-20-161). Ook onder de brandverzekering is volgens Achmea geen dekking, omdat deze verzekering eindigde op het moment dat de auto gestolen werd en de auto, bovendien, gebruikt is voor iets dat wettelijk niet mag (de artikelen 5 en 9 van polisvoorwaarden PAV-RV-02-141).
De vraag die derhalve voorligt bij de rechtbank is of Achmea (inderdaad) een beroep toekomt op deze polisvoorwaarden. Daarbij speelt mee dat de verzekerde de polisvoorwaarden heeft vernietigd wegens het achterwege laten van de vereiste terhandstelling (ex art. 6:233, aanhef en onder b, BW in samenhang met art. 6:234 lid 1 BW). Achmea stelt echter dat deze voorwaarden onderdeel uitmaken van de primaire dekkingsomschrijving, als kernbedingen kwalificeren en aldus niet vernietigd kunnen worden.
Beoordeling door de rechtbank
Niet in geschil is dat de verzekeringsovereenkomst in dit geval kwalificeert als een consumentenovereenkomst en dat alle op het polisblad vermelde (sets van) polisvoorwaarden, waarvan de hiervoor genoemde bedingen onderdeel uitmaken, zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. Dat brengt volgens de rechtbank mee dat deze moeten worden aangemerkt als algemene voorwaarden, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestatie aangeven en die duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd (artikel 6:231, aanhef en onder a, BW en artikel 4 lid 2 van de richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten waarop dat artikel is gebaseerd).
De rechtbank stelt vast dat de door Achmea ingeroepen bedingen de omvang en de duur van de dekking beperken en dat daarmee de verzekerde risico’s duidelijk zijn afgebakend. Het betreft de primaire dekkingsomschrijving, die de kern van de prestatie weergeeft. Bovendien is deze afbakening van de dekking betrokken in de premiestelling, zodat er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van kernbedingen. Verder oordeelt de rechtbank dat de betreffende kernbedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd, zodat de regeling voor algemene voorwaarden daarop niet van toepassing is.
Daarmee is echter nog niet gezegd dat Achmea een beroep op deze kernbedingen toekomt. Voor de toepasselijkheid daarvan is immers vereist dat Achmea bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst er vanuit mocht gaan dat de verzekerde de inhoud van de kernbedingen kende of behoorde te kennen en hij deze heeft willen aanvaarden. Daarvan is volgens de rechtbank geen sprake. Wel is de rechtbank, anders dan Achmea, van oordeel dat hetgeen is vermeld op het polisblad voldoende essentiële elementen bevat om te kunnen aannemen dat een (gewijzigde) verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen.
Slotsom
Al met al komt Achmea dus geen beroep toe op de eerdergenoemde polisvoorwaarden, en is zij gehouden tot uitkering onder de brandverzekering over te gaan. Ten slotte buigt de rechtbank zich nog over de vraag tot welke uitkering Achmea gehouden is, nu ook de in dat verband relevante polisvoorwaarden waren vernietigd. De rechtbank concludeert dat Achmea alleen verplicht is datgene uit te keren dat uit het polisblad valt op te maken.