Let’s get digital: ACM gaat handhaven in digitale economie

De Nederlandse toezichthouder (ACM) bereidt zich voor om haar toezicht op de digitale economie te vergroten. Nieuwe regels en handhavingsinstrumenten vergroten de mogelijkheden van de ACM om haar belofte na te komen om haar focus op de digitale economie in 2023 uit te breiden. ACM’s nieuwste focus ligt op (publieke) handhaving van de Platform-to-Business Verordening (P2B-Verordening) en de Digital Markets Act (DMA).

P2B-Verordening

De eerste ontwikkeling is de publicatie door de ACM van de Leidraad ‘Bevorderen van een transparante en eerlijke onlineplatformeconomie voor ondernemingen’. Deze richtsnoeren zijn bedoeld voor aanbieders van online platforms en aanbieders van online zoekmachines. Ze geven de interpretatie van de ACM van de P2B-verordening weer.

De P2B-Verordening bevat regels ter bevordering van een transparante en eerlijke online platformeconomie voor bedrijven. Het belangrijkste onderwerp is transparantie, met name met betrekking tot 1) algemene voorwaarden, 2) beperking, opschorting en beëindiging van accounts, 3) ranglijsten, 4) ongelijke behandeling, 5) beperkingen van voorwaarden en 6) klachten. Zie voor meer informatie onze eerdere blogs over de P2B-Verordening in het algemeen, over online reisplatforms en over consumentenmerken.

Hoewel de P2B-Verordening in juli 2020 in werking is getreden, is publieke handhaving in Nederland nog niet mogelijk omdat de wet die de ACM aanwijst als toezichthouder op de P2B-Verordening nog niet het volledige wetgevingsproces heeft doorlopen. Private handhaving is echter al wel mogelijk en de richtsnoeren van de ACM kunnen mogelijk al een rol spelen in discussies tussen ondernemingen en/of procedures bij de civiele rechter. Het zal ondernemingen die onder de P2B-Verordening vallen en actief zijn op de Nederlandse markt ook helpen te beoordelen of hun gedrag in overeenstemming is met de lezing van de ACM van de P2B-Verordening, vooruitlopend op mogelijke handhaving door de ACM. Wel heeft de ACM een disclaimer opgenomen dat naleving van de Richtsnoeren geen garantie is voor naleving van de P2B-Verordening.

DMA

De DMA bevindt zich bijna in dezelfde fase als de P2B-verordening: zij is reeds in november 2022 in werking getreden. Na een implementatieperiode van zes maanden is de DMA vanaf 2 mei 2023 van toepassing. De DMA lijkt echter weinig ruimte te laten voor nationale autoriteiten zoals de ACM om een rol te krijgen in de publieke handhaving ervan, aangezien de Commissie de exclusieve bevoegdheid voor de handhaving van de DMA heeft behouden.

Waar de P2B-verordening alle platforms in de digitale economie wil reguleren, richt de DMA zich slechts op een handvol Big Tech-bedrijven. De DMA creëert een reeks regels die moeten worden nageleefd door zogenaamde ‘poortwachters’. Voor meer achtergrond, zie onze eerdere blogs over de DMA in het algemeen, het tijdschema en de rol van de nationale autoriteiten.

In tegenstelling tot de P2B-Verordening is de handhavingsrol van de ACM en andere nationale toezichthoudende autoriteiten in het kader van de DMA veel beperkter. De ACM kan klachten over schendingen van de DMA doorgeven en onderzoeken uitvoeren, maar zij kan de DMA niet handhaven door sancties op te leggen. Dat mag alleen de Europese Commissie. De verwachting is dat de ACM niet zelfstandig maar in gezamenlijke teams met de Europese Commissie onderzoek zal doen. In haar persbericht legt de ACM de nadruk op haar rol als ontvanger van klachten over mogelijke schendingen van de DMA. Ook de wetgever ziet in het wetsvoorstel voor de uitvoering van de DMA in Nederland een rol weggelegd voor de ACM als ‘aanjager’ van onderzoeken door de Commissie, die overigens niet direct door de Commissie lijkt te zijn voorzien.

Conclusie

Hoewel de ACM een beperkte rol heeft bij de handhaving van de DMA, lijkt zij zeer graag een rol te willen spelen door de Europese Commissie te helpen met klachten en onderzoeken. De handhavingsmogelijkheden onder de P2B-Verordening zullen veel ruimer zijn. Dit, samen met het feit dat veel meer ondernemingen onder de P2B-Verordening zullen vallen, zal er mogelijk toe leiden dat de ACM veel actiever zal zijn op het gebied van de P2B-Verordening dan op het gebied van de DMA.

Sinds oktober 2021 hebben verschillende Nederlandse toezichthouders (zoals de toezichthouders op de financiële markten en de gegevensbeschermingsautoriteit) een gezamenlijk platform gevormd om het toezicht op de digitale markt te coördineren. Via dit Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders (SDT) willen de autoriteiten gezamenlijke onderwerpen bespreken, zoals AI, algoritmes en gegevensverwerking. Zoals uitgelegd door Martijn Snoep, de voorzitter van de ACM, is dit platform gericht op ‘cross-regulator samenwerking’.

Niet moet worden vergeten dat de P2B-Verordening en de DMA slechts twee onderdelen zijn uit een heel pakket aan wetgeving dat digitale markten reguleert, zoals de Data Act en de Digital Services Act. Deze wetten zullen ongetwijfeld leiden tot nog meer taken voor de ACM en de vraag blijft of daar meer fte tegenover staat. “Digitale markten” worden door de ACM als prioriteit gezien voor het jaar 2023, maar het zou mogelijk zo kunnen zijn dat zij moet kiezen welke specifieke onderwerpen zij wil aanpakken.

Please see this link for an English version of this article.

Dit artikel is geschreven door: