Op 18 mei 2017 heeft de Europese Commissie een boete van 110 miljoen euro aan Facebook opgelegd voor het verstrekken van misleidende informatie bij de melding van de overname van WhatsApp in 2014.
Aanleiding voor het onderzoek door de Commissie en het boetebesluit was de aanpassing door WhatsApp van haar privacybeleid in augustus 2016 waaruit bleek dat data van WhatsApp gebruikersprofielen werden gelinkt aan data afkomstig van Facebook gebruikersprofielen. Dit leidde dus niet alleen tot vragen rondom de bescherming van persoonsgegevens.
De Europese Commissie had in haar fusiebesluit van 3 oktober 2014 de overname goedgekeurd omdat er geen substantiële mededingingsrechtelijke bezwaren bestonden voor de overname van WhatsApp door Facebook. Een van de elementen die de Europese Commissie in het kader van deze fusiecontrole onderzocht, was in hoeverre de combinatie van het WhatsApp-netwerk met het Facebook-netwerk zou leiden tot een onverantwoord hoog concurrentievoordeel voor Facebook als gevolg van zogenoemde “netwerkeffecten” (hoe groter een netwerk, des te waardevoller het wordt). Alleen al op grond van de karakteristieken van de betreffende markt (bijvoorbeeld het feit dat consumenten bepaalde apps tegelijkertijd gebruikten en partijen geen controle hadden over een essentieel onderdeel van het netwerk) concludeerde de Commissie dat het concurrentievoordeel als gevolg van netwerkeffecten beperkt zou zijn.
Daarbij overwoog de Commissie in haar fusiebesluit echter tevens dat de transactie niet zou leiden tot significant sterkere netwerkeffecten. Dat had volgens de Commissie alleen het geval kunnen zijn indien Facebook beide netwerken zou combineren in een substantieel groter netwerk. Echter, die overweging was gebaseerd op argumenten van Facebook dat het integreren van het Facebook-netwerk met het WhatsApp-netwerk op significante technische problemen zou stuiten.
Toen WhatsApp -na de goedkeuring van de concentratie door de Commissie- in augustus 2016 haar privacybeleid aanpaste en toch overging tot het integreren van beide netwerken bleek echter dat de aan de Commissie aangeleverde informatie (gedeeltelijk) misleidend was. De Commissie stelde na onderzoek vast dat het automatisch linken van gebruikersprofielen tussen beide netwerken al mogelijk was in 2014 en dat medewerkers van Facebook zich ook destijds al bewust waren van deze mogelijkheid. Vanwege het verstrekken van (gedeeltelijk) misleidende informatie in het kader van de fusiecontroleprocedure legde de Commissie Facebook daarom een boete op van 110 miljoen euro. De Europese Commissie onderschrijft hiermee krachtig de verplichtingen van ondernemingen onder de EU-concentratieverordening om correcte informatie over de activiteiten van de betrokken ondernemingen te verstrekken.
Klik hier voor een nadere toelichting op het boetebesluit van de Commissie