Sinds 31 december 2020 maakt het Verenigd Koninkrijk geen deel meer uit van de Europese Unie. Het VK is daarmee vanuit EU-perspectief een ‘derde land’ geworden. Dit heeft ook gevolgen voor de toepassing van de mededingingsregels in het VK. De belangrijkste gevolgen zijn:
● Het Verenigd Koninkrijk, de Competition and Markets Authority (CMA) en de sectorale toezichthouders zullen niet langer bevoegd zijn om inbreuken op het EU-mededingingsrecht in het Verenigd Koninkrijk te onderzoeken en te handhaven en om de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) parallel binnen het Verenigd Koninkrijk toe te passen. Uiteraard blijven de UK mededingingsregels onverkort van toepassing, maar dat was voor Brexit ook het geval.
● Het één-loket (one stop shop) systeem voor concentratiemeldingen waarin de EU-concentratieverordening voorziet, zal niet langer van toepassing zijn. Dit betekent dat transacties die op grond van de EU-concentratieverordening bij de Commissie moeten worden gemeld, mogelijk ook aan een parallel onderzoek door de CMA kunnen worden onderworpen. Anders dan op grond van de EU-concentratieverordening en de Mededingingswet geldt in het VK overigens geen regime van verplichte concentratiemeldingen.
Op 2 december 2020 heeft de CMA de definitieve Guidance voor haar functies na Brexit gepubliceerd. De Britse regering heeft inmiddels de Competition (Amendment etc) (EU Exit) Regulations 2020 vastgesteld die (i) de overgangsbepalingen bevestigen met betrekking tot mededingingszaken die de Europese Commissie tijdens de overgangsperiode heeft ingeleid; daarin is geregeld dat de Europese Commissie bevoegd blijft om deze zaken te blijven behandelen en dat de CMA de Europese Commissie zal blijven bijstaan; en (ii) de overdracht van het toezicht op en de handhaving van corrigerende maatregelen (toezeggingen en handhavingsbesluiten) die de Europese Commissie heeft opgelegd aan de mededingingsautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk.
De EU heeft ook op 2 december 2020 een Kennisgeving aan belanghebbenden met betrekking tot de gevolgen van Brexit voor het mededingingsrecht gepubliceerd, waarin wordt bevestigd:
● De EU-mededingingsregels blijven van toepassing op ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk, zelfs na afloop van de overgangsperiode, indien het gedrag van de onderneming ten uitvoer wordt gelegd of gevolgen heeft voor de interne markt van de EU (parallel daaraan kan ook het mededingingsrecht van het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn).
● De Europese Commissie zal niet langer bedrijfsinspecties (dawn raids) kunnen uitvoeren in het Verenigd Koninkrijk (met uitzondering van de inspecties die worden uitgevoerd in het kader van procedures die vóór het einde van de overgangsperiode (d.w.z. vóór 31 december 2020) zijn ingeleid).
● De Europese Commissie blijft bevoegd voor mededingingsprocedures die voor het einde van de overgangsperiode zijn “ingeleid”.
● Het EU-systeem voor concentratiecontrole blijft tijdens de overgangsperiode van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk. Na afloop van de overgangsperiode zou zowel de EU als het Verenigd Koninkrijk concentratiecontrole kunnen toepassen op fusies en zullen fuserende partijen niet langer profiteren van het one-stop-shop-beginsel.
De gevolgen van Brexit voor Nederlandse / EU ondernemingen op het gebied van mededingingsrecht doen zich dus vooral voor bij M&A transacties met een Engelse onderneming. Die kunnen niet meer als onderdeel van een EU concentratie bij de Commissie worden gemeld, maar er moet altijd een aparte beoordeling plaatsvinden of melding bij de CMA nodig is. Ook moeten ondernemingen zich realiseren dat clementieverzoeken bij de Commissie niet langer gedragingen in het VK kunnen omvatten; daarvoor moet zonodig een apart clementieverzoek bij de CMA worden ingediend.
Voor wat betreft de toepassing van de mededingingsregels op gedragingen die plaatsvinden binnen het VK zijn uitsluitend nog de Britse mededingingsregels relevant en ligt de bevoegdheid tot handhaving geheel bij de CMA en de Britse rechters. De toekomst zal moeten uitwijzen in hoeverre het Britse mededingingsrecht inhoudelijk een andere invulling zal krijgen dan het EU mededingingsrecht. Uiteraard blijven Britse ondernemingen wel onderworpen aan de werking van de EU mededingingsregels – en natuurlijk de nationale mededingingsregels van de relevante lidstaten – en het toezicht daarop door de Commissie en EU rechters, voor zover zij actief zijn op de EU markt. In dat opzicht brengt Brexit geen wijziging.
Meer informatie over de gevolgen van Brexit is te vinden op onze Brexit In Focus-pagina.
Co-auteur: Anthony Rosen (Legal Director Commercial, Bird & Bird UK).