De voorgestelde Ecodesign-verordeningen en ‘het recht op repareren’ | 8 min

Er is wereldwijd steeds meer aandacht voor de bescherming van het milieu. Ook Europese regelgeving richt zich steeds vaker op de bescherming van het milieu. Zo werkt de Europese Commissie (de Commissie) momenteel aan twaalf concept-verordeningen die zien op ecodesign vereisten voor verschillende energie gerelateerde producten (de Ecodesign-verordeningen)[1]. Elke Ecodesign-verordening ziet op een aparte productgroep. Zo is er bijvoorbeeld een Ecodesign-verordening voor elektronische displays, voor vaatwassers en voor wasmachines. Met deze Ecodesign-verordeningen richt de Commissie zich onder meer op de repareerbaarheid van producten, om zo het potentieel van een product volledig te benutten. De Commissie wil dit doen door een set reparatievereisten in te voeren waaraan fabrikanten en importeurs tegen april 2021 moeten voldoen om hun producten in de Europese Unie (EU) op de markt te kunnen blijven brengen.

De aanleiding van de Ecodesign-verordeningen
De Ecodesign-verordeningen passen binnen het EU-actieplan voor circulaire economie (het EU-actieplan) uit 2015. Het EU-actieplan is erop gericht de Europese transitie naar een circulaire economie te stimuleren, teneinde de globale competitiviteit van de EU te verbeteren, duurzame economische groei te bevorderen en economische werkgelegenheid te creëren.

De focus van de Commissie op de repareerbaarheid van producten is onder meer te verklaren door de toenemende aandacht van milieuorganisaties en consumenten voor de veronderstelde relatief korte gebruiks- en/of levensduur van elektronische apparaten en de moeilijkheid waarmee die elektronische apparaten uit elkaar kunnen worden gehaald.

Reparatievereisten
De Commissie voegt de set reparatievereisten toe aan de reeds bestaande eisen inzake het ecodesign van bepaalde producten via de Europese Ecodesign-richtlijn. De Ecodesign-richtlijn geeft de Commissie namelijk de mogelijkheid om ecodesign-vereisten te stellen aan producten. Die vereisten worden vervolgens vastgelegd in verordeningen.
In grote lijnen wordt er in de voorgestelde ecodesign-regelgeving een onderscheid gemaakt tussen de volgende reparatievereisten waaraan fabrikanten en/of importeurs moeten voldoen wanneer zij een bepaald product op de Europese markt brengen.

  1. Beschikbaarheid van noodzakelijke reserveonderdelen om ervoor te zorgen dat bepaalde reserveonderdelen gedurende een bepaalde periode na het in de handel brengen van de producten beschikbaar blijven voor professionele reparateurs; 
  2. Toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie om professionele reparateurs toegang te geven tot bepaalde reparatie- en onderhoudsinformatie; en
  3. Informatieverplichtingen om de gebruikers productinstructies voor gebruik te verstrekken, met inbegrip van specifieke instructies om hen in staat te stellen onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, op een gratis toegankelijke website.

De reparatievereisten gelden in beginsel vanaf 1 april 2021.

Roelien van Neck en Tessa van den Ende hebben hierover recent een artikel geschreven waarin zij dieper ingaan op de aanleiding van de geplande regelgeving met betrekking tot repareerbaarheid, op de specifieke uitwerking hiervan en de mogelijke positieve en negatieve effecten. Ter illustratie zetten zij in dit artikel tevens de vereisten uit de Ecodesign-verordening voor huishoudelijke wasmachines en was-droogcombinaties voor huishoudelijk gebruik uiteen.

Klik hier voor het volledige artikel (gepubliceerd in Juridisch up to Date 2019, nr. 14).


[1] Zie hier de lijst van alle ecodesign regelgeving.

Dit artikel is geschreven door:

Tessa van den Ende

Volg ons op

Laatste nieuws