Op 17 januari 2023 heeft het Europees Parlement een aangepaste versie van het richtlijnvoorstel dat is gericht op het tegengaan van belastingmisbruik door doorstroomvennootschappen (shell entities) aangenomen. Hierbij heeft het Europees Parlement enkele aanscherpingen maar ook concessies voorgesteld op het oorspronkelijke richtlijnvoorstel zoals gepubliceerd door de Europese Commissie op 22 december 2021. De aanpassingen van het Europees Parlement nemen ook enkele onduidelijkheden weg. Met deze aanvaarding door het Europees Parlement van het (gewijzigd) richtlijnvoorstel komt implementatie daarvan een stap dichterbij.
Het richtlijnvoorstel wordt ook wel de Anti-Tax Avoidance Directive 3 (“ATAD 3”) of Unshell genoemd en wordt gezien als het vervolg op de ATAD 1 en 2 richtlijnen waarmee eerder fiscale anti-misbruikmaatregelen zoals controlled foreign company-regels en hybride mismatchregels zijn geïntroduceerd en geïmplementeerd in lidstaten van de Europese Unie, waaronder in Nederland.
De kern van het richtlijnvoorstel is dat entiteiten die niet voldoen aan bepaalde indicatoren van minimum substance (kortgezegd, kantoorruimte, eigen bankrekening en eisen ten aanzien van bestuur of personeel) en ook anderszins niet kunnen aantonen een commerciële functie te vervullen, aanspraak op bepaalde belastingvoordelen verliezen. Het gaat dan om belastingvoordelen die hun grondslag vinden in belastingverdragen die zijn gesloten tussen de lidstaat van de desbetreffende doorstroomvennootschap met andere lidstaten van de Europese Unie alsook om belastingvoordelen op basis van (nationale implementatie door lidstaten van) fiscale richtlijnen van de Europese Unie (moeder-dochterrichtlijn en rente- en royalty richtlijn).
Toepassing van het richtlijnvoorstel kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat een betaling door een dochtervennootschap die is gevestigd in de Europese Unie aan diens aandeelhouder die kwalificeert als doorstroomvennootschap wordt onderworpen aan een bronbelasting, terwijl die betaling – zonder toepassing van het richtlijnvoorstel – zou zijn vrijgesteld van bronbelastingen door toepassing van richtlijnen van de Europe Unie.
Het is de bedoeling dat lidstaten van de Europe Unie het richtlijnvoorstel uiterlijk 30 juni 2023 implementeren in nationale wetgeving waarna de regels per 1 januari 2024 van kracht worden. Er geldt een terugkijkperiode waarbinnen wordt getoetst of een entiteit binnen de reikwijdte van ATAD 3 valt. Die periode is al aangevangen per 1 januari 2022. Alvorens ATAD 3 van kracht wordt, moet de Raad van de Europese Unie – unaniem – de definitieve tekst van ATAD 3 vaststellen en aannemen. De aanpassingen van het Europees Parlement zijn niet bindend voor de Raad van de Europese Unie.
Klik hier om het volledige Engelstalige artikel te lezen.