Het nieuwe hoofdstuk 3 Telecommunicatiewet strekt hoofdzakelijk tot implementatie van de Nota frequentiebeleid 2005. Die nota hield een modernisering in van het frequentiebeleid dat tien jaar eerder was vastgelegd in de Nota frequentiebeleid 1995. Het nieuwe hoofdstuk ziet tevens op de implementatie van de herziening van de telecommunicatierichtlijnen in 2009. Die herziening bracht een modernisering met zich van Europese frequentieregelgeving. In de Nota frequentiebeleid 2005 was daarmee al voor een groot deel rekening gehouden. Tegelijk met het nieuwe hoofdstuk is tevens een nieuw Frequentiebesluit 2013 vastgesteld en zijn een aantal ministeriële regelingen aangepast dan wel nieuw in werking getreden.
De structuur van het nieuwe hoofdstuk 3 is ingrijpend veranderd. Grote materiële effecten zal het waarschijnlijk voorlopig echter niet hebben. Veel van het in 2005 ingezette beleid is namelijk onder het oude recht al uitgevoerd. Toch houdt het nieuwe hoofdstuk een aantal wijzigingen in die de aandacht verdienen. Zo zijn er een aantal procedurele veranderingen zoals betreffende de toewijzing van frequenties voor vitale overheidstaken, bekendmaking van veilingen, de zogenaamde voortrollende verlenging van niet-schaarse vergunningen en de afgezwakte rol van de ministerraad. Bovendien brengt het hoofdstuk twee nieuwe instrumenten: de Verdeling op Afroep (VOA) en de gedwongen verkoop.
Bron: Mediaforum 2013, nr. 6, p. 154-158