Wijzigingen innovatiebox: betaalt u volgend jaar meer belasting?

Op 19 mei jl. heeft het kabinet bekendgemaakt hoe het de innovatiebox wil wijzigen. Dát de innovatiebox per 1 januari 2017 zal worden aangepast door internationale druk op het regime, was al bekend. Sinds het recente bericht is echter ook bekend welke wijzigingen het kabinet voor ogen staan. Het betreft een voorlopig (ambtelijk) concept, dat als basis moet dienen voor reacties van belanghebbenden in een internetconsultatie.

De innovatiebox is sinds 2007 voor veel Nederlandse innovatieve bedrijven een belangrijke faciliteit. Door toepassing van de innovatiebox wordt de winst die is behaald met bepaalde innovatieve activiteiten effectief slechts tegen 5% belast. In een recent onderzoek is nog geconcludeerd dat de innovatiebox goed werkt: hij maakt Nederland een aantrekkelijk vestigingsland voor hoogwaardige en innovatieve bedrijven en stimuleert uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling. In het onderzoek staat een aantal andere opmerkelijke conclusies die in dit overzichtsartikel staan beschreven.

Internationaal staan dergelijk regimes echter onder druk. In OESO-verband (BEPS actiepunt 5) en Europees verband is daarom afgesproken dat beperkingen moeten worden gesteld aan regelingen als de innovatiebox. De voorgestelde wijzigingen vloeien voort uit zowel de OESO-afspraken als uit het onderzoeksrapport.

De voorgestelde regels houden enerzijds een beperking in ten opzichte van de huidige regeling en anderzijds een verruiming. We adviseren de belastingplichtigen om na te gaan of er een hen een wijziging in behandeling zal zijn.

De innovatiebox is een van de fiscale stimuleringsmaatregelen waarmee Nederland innovatieve bedrijven verder wil helpen. Op 24 mei 2016 heeft Minister Kamp een brief aan de kamer gezonden over het beleid voor starters en groeiers. Ook daarin staan diverse maatregelen die voor innovatieve bedrijven van belang kunnen zijn.

Gewijzigde toegang tot de innovatiebox

Een belangrijke voorgestelde wijziging ten opzicht van de huidige regeling is dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kleine’ en ‘andere’ belastingplichtigen. Een belastingplichtige wordt in het consultatievoorstel als ‘klein’ aangemerkt als:

  • de wereldwijde netto omzet[1] van de groep[2] waartoe de belastingplichtige behoort in het jaar van toepassing van de innovatiebox en de vier voorafgaande jaren in totaal lager is dan € 250 miljoen; en
  • de winst die toerekenbaar is aan immateriële activa die zijn voortgevloeid uit R&D werkzaamheden waarvoor aan de belastingplichtige een S&O-verklaring is afgegeven, in het jaar van toepassing van de innovatiebox en in de vier voorafgaande jaren in totaal lager is dan € 37,5 miljoen.

Voorwaarden voor toegang

Voor alle belastingplichtigen geldt de algemene voorwaarde voor toegang tot de innovatiebox dat het immateriële activum waarvoor zij de box willen toepassen is voortgevloeid uit R&D waarvoor zij een S&O-verklaring hebben.

Voor kleine belastingplichtigen is de S&O-verklaring op zichzelf een toegangsticket tot de box. Andere belastingplichtigen moeten daarnaast ter zake van het desbetreffende immateriële activum tevens beschikken over een (i) octrooi, (ii) kwekersrecht, (iii) een vergunning voor het in de handel brengen van een medicijn[3], of (iv) het activum heeft de vorm van programmatuur, of (v) een met (i) tot en met (iv) samenhangend immaterieel activum. Met een octrooi, kwekersrecht en software wordt gelijkgesteld een exclusieve licentie om een octrooi, kwekersrecht of software te gebruiken op een bepaalde wijze, in een bepaald gebied of voor een bepaalde tijd. Ook immateriële activa die zijn voortgevloeid uit R&D die samenhangt met hiervoor genoemde R&D werkzaamheden kwalificeren voor de innovatiebox. Een activum hangt bijvoorbeeld samen met een ander activum indien zij beide voortvloeien uit R&D die wordt verricht door dezelfde onderzoeksafdeling.

Onder de huidige regeling wordt tussen belastingplichtigen in principe geen onderscheid gemaakt naar omvang van de onderneming en zijn S&O-verklaring, octrooi of kwekersrechten zelfstandig toegangstickets tot de innovatiebox.

Welke winst komt nog voor het verlaagde tarief in aanmerking?

Naast de hierboven beschreven wijziging met betrekking tot de toegang tot de innovatiebox, is ook een beperking aangebracht in winst die toerekenbaar is aan de box. De uit de OESO-afspraken volgende ‘nexus-benadering’ wordt in het consultatievoorstel geïmplementeerd. Het idee daarachter is dat aan de hand van de uitgaven van de belastingplichtige wordt bepaald of hij over voldoende economische aanwezigheid (of: ‘substance’) beschikt in Nederland. Van de winst die toerekenbaar is aan immateriële activa waarvoor de innovatiebox wordt toegepast, komt slechts een kwalificerend gedeelte in aanmerking voor het verlaagde tarief.

De kwalificerende winst wordt gesteld op (K x 1,3)/T vermenigvuldigd met de aan het desbetreffende immateriële activum toerekenbare winst. Daarbij staat K voor de som van door belastingplichtige gedane uitgaven (in het jaar zelf en de voorafgaande jaren) voor zelf uitgevoerde R&D ten behoeve van het desbetreffende immateriële activum en uitgaven ter zake van het uitbesteden van R&D voor dat immateriële activum aan niet-verbonden partijen. Dat betekent dat als de belastingplichtige kosten voor R&D werkzaamheden uitbesteedt aan gelieerde partijen, een deel van de aan een immaterieel activum toerekenbare winst waarschijnlijk niet voor toepassing van het verlaagde effectieve tarief van de innovatiebox in aanmerking komt.Onder de huidige regeling geldt deze beperking niet.

Voor ondernemingen met beperkte innovatiebox winsten gelden vereenvoudigde regels (forfaitair gesteld op 25% van de totale winst).

Wanneer treden de wijzigingen in werking?

De definitieve plannen, die naar verwachting op Prinsjesdag worden gepresenteerd, zullen waarschijnlijk per 1 januari 2017 van kracht worden.

Voor immateriële activa die zijn voortgebracht vóór 1 juli 2016 geldt overgangsrecht. Als de belastingplichtige ter zake daarvan heeft gekozen voor toepassing van de innovatiebox in het boekjaar waarin 1 juli 2016 valt, blijft de huidige regeling voor die activa gelden. Ook is er een overgangsregeling indien een immaterieel activum vóór 1 januari 2017 is voortgebracht. Het overgangsrecht met betrekking tot die immateriële activa, vervalt op respectievelijk 1 juli 2021 en 1 januari 2021.

Wat kunt u doen?

De internetconsultatie loopt nog tot 16 juni 2016. Bird & Bird helpt u graag om te beoordelen welke impact de voorgestelde wijzigingen kunnen hebben op uw toegang tot de innovatiebox en eventueel namens u input te geven in de internetconsultatie. Tevens helpen we u graag om de voordelen van de innovatiebox maximaal te kunnen benutten, nu en in de toekomst.

————————————————————————————————————————–

[1] Zoals bedoeld in artikel 2:377 BW.

[2] Zoals bedoeld in artikel 2:24b BW.

[3] Als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG 2001, L 311), artikel 5 van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PbEG 2001, L 311) of artikel 3 van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PbEU 2004, L 136).

Dit artikel is geschreven door:

Volg ons op

Laatste nieuws