Het ziet er naar uit dat de rechtspositie van ambtenaren uiteindelijk toch gaat veranderen. Met een initiatiefvoorstel van wet (32550) beogen CDA en D66 zo veel als mogelijk eenvormigheid tussen de rechtspositie van ambtenaren en werknemers in de private sector tot stand te brengen. Het wetsvoorstel werd op 8 november 2010 ingediend en (na een aantal amendementen) op 4 februari 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. Nu rest de laatste horde, namelijk behandeling door de Eerste Kamer.
Mocht het voorstel van wet uitmonden in formele wetgeving, dan zal het publiekrechtelijke en eenzijdige karakter van de ambtelijke aanstelling en de eenzijdige vaststelling van arbeidsvoorwaarden worden vervangen door een overeenkomst; de arbeidsovereenkomst. Daarmee wordt ook de publiekrechtelijke rechtsbescherming tegen handelingen en besluiten ten aanzien van ambtenaren (zoals de mogelijkheid om binnen zes weken bezwaar te maken tegen een ontslagbesluit) beëindigd. Aan de rechtsbescherming zal vervolgens invulling worden gegeven aan de hand van het reguliere arbeidsrecht.
Het doel van het wetsvoorstel is niet een einde te maken aan het eigen karakter van ambtenaren en/of een eind te maken aan de benaming “ambtenaar”. Ook de Ambtenarenwet zal worden gehandhaafd, maar die wet zal uiteindelijk alleen nog die onderdelen van de ambtelijke status regelen die nauw verbonden zijn met het bijzondere karakter van het werken bij de overheid. Dit betreft aldus zaken die uitstijgen boven datgene wat tot het echte arbeidsvoorwaardenoverleg behoort.
Het initiatiefvoorstel van wet beoogt dus de arbeidsverhoudingen bij de overheid gelijk te trekken met de arbeidsverhoudingen binnen het private bedrijfsleven. Er zal echter wel een uitzonderingsmogelijkheid bestaan voor die gevallen waarin zwaarwegende argumenten bestaan tegen normalisering van de rechtspositie. In het (gewijzigde) voorstel van wet geldt een uitzondering voor politieagenten, militairen, rechters, officieren van justitie, politieambtenaren en het burgerpersoneel van Defensie.
Op 18 februari 2014 bespreekt de Eerste Kamercommissie op welke wijze het voorbereidend onderzoek zal plaatsvinden en hoe de verdere voorbereiding zal verlopen.
Klik hier voor het gewijzigd voorstel van wet (Kamerstukken I 2013/14, 32550, A)