Hybride auto’s worden door sommigen gezien als een goed alternatief om duurzame mobiliteit te bevorderen. De lagere bijtelling (soms 0%) moet het leasen van een milieuvriendelijke auto aantrekkelijk maken.
Artikel 13 bis van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de wet) bepaalt dat indien de werkgever een auto ook voor privédoeleinden aan een werknemer ter beschikking stelt, het voordeel (ook wel aangeduid als bijtelling) hiervan op kalenderjaarbasis wordt gesteld op een bepaald percentage van de cataloguswaarde van de auto. Het voordeel wordt vervolgens verlaagd afhankelijk van de CO2-uitstoot. Voor bepaalde zeer zuinige auto’s werd hierdoor de bijtelling vastgesteld op 0%. Met ingang van 1 januari 2015 is de bijtelling ook bij auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer in ieder geval 4%. De auto wordt geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, tenzij de gebruiker expliciet aangeeft het voertuig slechts voor werk gerelateerd vervoer te gebruiken. Bij privégebruik van minder dan 500 kilometers per kalenderjaar, wordt het voordeel op nihil gesteld en is de werknemer geen bijtelling verschuldigd. Het is echter wel aan de werknemer om overtuigend aan te tonen dat het privégebruik van de auto nier meer bedraagt dan 500 kilometers per kalenderjaar. Ingeval de werknemer dit niet kan aantonen, kan op grond van artikel 13 bis van de wet loonbelasting worden nageheven.
Uit de uitspraak van Rechtbank Noord-Holland van 30 april 2015, volgt dat de grens van 500 kilometer per kalenderjaar niet wordt vastgesteld per auto maar voor alle in dat jaar ter beschikking gestelde auto’s. In de betreffende zaak was aan een werknemer eerst een auto met 25%-bijtelling ter beschikking gesteld. Voor deze auto had de werknemer een rittenregistratie bijgehouden. Achtereenvolgens werd in hetzelfde kalenderjaar aan deze werknemer een andere auto ter beschikking gesteld met een 0%-bijtelling. Voor de periode dat deze auto aan de werknemer ter beschikking was gesteld was door de werknemer geen rittenadministratie bijgehouden. Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat de grens van 500 kilometer op kalenderjaarbasis wordt vastgesteld voor alle in dat jaar ter beschikking gestelde personenauto’s. Een rittenregistratie voor uitsluitend de auto waarvoor de 25%-bijtelling gold, is om die reden dan ook onvoldoende om aan te tonen dat niet meer dan 500 kilometer per jaar aan privékilometers is gereden. Ook voor de auto met 0%-bijtelling diende te worden aangetoond dat aan de grens van 500 kilometer is voldaan. De rechtbank kwam tot het oordeel dat terecht een naheffingsaanslag aan de werknemers was opgelegd.
Van belang is dus dat indien dus gedurende een kalenderjaar wordt overgestapt van een minder milieuvriendelijke auto naar een auto met 0%-bijtelling ook voor die auto overtuigend aangetoond dient worden dat niet meer dan 500 privékilometers per kalenderjaar wordt gereden. De 0% bijtelling is namelijk niet gelijk te stellen aan geen bijtelling.