Het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 oktober 2024 in de zaak tussen de Stichting Nuon-Claim en Vattenfall kreeg brede aandacht in de media als de ‘eerste materiële uitspraak’ onder de WAMCA, ruim 4,5 jaar na de invoering van deze wet. De rechtbank Amsterdam wees de claims van de Stichting Nuon-Claim dat Vattenfall essentiële informatie had verzwegen over een bepaalde kW-vergoeding af. Zij oordeelde dat Vattenfall deze vergoeding in rekening mocht brengen. Zowel de achterban van de Stichting Nuon-Claim als de third party litigation funder die de proceskosten financierde, kreeg daarmee nul op het rekest. Gelet op de zeer casuïstische elementen van deze zaak, valt niet te zeggen of deze zaak een voorbode is voor terughoudendheid voor het toewijzen van massaclaims onder de WAMCA, of juist niet.
Het merendeel van de overige WAMCA-zaken waarbij financiers zijn betrokken, bevindt zich nog steeds in de ontvankelijkheidsfase zonder uitzicht op een materiële uitspraak op korte termijn. Dat laatste roept de vraag op of de WAMCA nog wel zo aantrekkelijk is voor zulke procesfinanciers en of dit gevolgen gaat hebben voor de reputatie van ‘Nederland, massaclaimland’. In dit artikel bespreken we de werking van de WAMCA en de impact van het Vattenfall-vonnis op de markt voor massaclaims. Daarnaast signaleren we een aantal te verwachten ontwikkelingen en trends.
Zie hier het volledige artikel.