Op 26 januari 2021 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor een opt-in bij telemarketing aangenomen. Op grond van het wetsvoorstel is voor telemarketing als uitgangspunt voorafgaande toestemming (opt-in) vereist, in plaats van de opt-out die momenteel geldt en waarbij natuurlijke personen in het Bel-me-niet-register kunnen aangeven dat ze niet gebeld wensen te worden.
Alle ondernemingen en organisaties die gebruik (willen) maken van telemarketing zullen hun wervingsactiviteiten en processen moeten checken en waar nodig aanpassen in het licht van de aankomende wetgeving. Dat geldt voor commerciële organisaties, maar ook voor bijvoorbeeld goede doelen. In deze bijdrage zetten we de inhoud van de nieuwe regels kort uiteen.
Inhoud wetsvoorstel
Het wetsvoorstel, met als volledige titel “Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met het invoeren van een opt-in-systeem voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen”, wijzigt de bestaande regels ten aanzien van telemarketing. Het huidige Bel-me-niet-register dat uitgaat van een opt-out wordt vervangen door een opt-in. De nieuwe regels gelden overigens voor alle ondernemingen en organisaties die gebruik (willen) maken van telemarketing, en dus bijvoorbeeld niet enkel voor partijen uit de telecommunicatiesector. De staatssecretaris voor Economische Zaken en Klimaat heeft het voorliggende wetsvoorstel ingediend onder andere vanwege aanhoudende klachten over het telefonische verkoopkanaal.
Uitgangspunt: opt-in
Op grond van het wetsvoorstel is voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële en charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen altijd toestemming vereist van de desbetreffende natuurlijke persoon. Een opt-in kortom.
Verder moet de betreffende natuurlijke persoon altijd gewezen worden op de mogelijkheid verzet aan te tekenen tegen het verdere gebruik van zijn contactgegevens (recht van verzet).
Uitzondering – elektronische contactgegevens verkregen in het kader van de verkoop van een product of dienst
Een uitzondering op de telemarketing opt-in regel geldt ten aanzien van elektronische contactgegevens verkregen in het kader van de verkoop van een product of dienst, ook wel klantgegevens, of klantrelatiegegevens genoemd. Als een verzender kan aantonen dat hij gebruik maakt van elektronische contactgegevens die hij heeft verkregen van zijn klanten in het kader van de verkoop van een product of dienst, dan mag hij die elektronische contactgegevens gebruiken voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële doeleinden ten behoeve van eigen gelijksoortige producten of diensten, mits de verzender de betreffende eindgebruiker duidelijk en expliciet de gelegenheid heeft geboden om kosteloos en op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen dit gebruik. Dit laatste moet plaatsvinden op het moment van het verzamelen van de gegevens en bij elke verdere verzonden boodschap.
Uitbreiding klantrelatiebegrip ideële of charitatieve organisaties
De hiervoor genoemde uitzondering op de opt-in regel geldt ook voor contactgegevens die ideële of charitatieve organisaties hebben verkregen in het kader van een schenking aan die ideële of charitatieve organisatie. En daarnaast geldt deze uitzondering, op basis van een ingediend amendement, ook wanneer het gaat om contactgegevens die ideële of charitatieve organisaties van de eindgebruiker hebben verkregen in het kader van vrijwilligerswerk bij die organisatie of het bijwonen van manifestaties van die organisatie. Dit is dus een verruiming van het begrip klantrelatiegegevens.
Reeds verzamelde klantgegevens
Reeds vóór de datum van inwerkingtreding van de wet verzamelde klantgegevens mogen overigens gebruikt blijven worden op grond van het overgangsrecht.
Termijn gebruik klantgegevens
In het wetsvoorstel is geen termijn opgenomen voor het gebruik van klantgegevens voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen. Bij algemene maatregel van bestuur kan terzake een termijn worden gesteld. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten ongevraagde communicatie en middelen voor het overbrengen van die ongevraagde communicatie. Deze algemene maatregel van bestuur dient, naar aanleiding van een amendement, te worden voorgehangen aan zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Dit omdat een dergelijke termijn mogelijk verstrekkende gevolgen kan hebben op de bedrijfsvoering van de betrokken marktpartijen en de gelegenheid van goede doelen om fondsen te werven. Bovendien is de termijn van belang voor consumenten omdat deze termijn voor hen betekent dat zij duidelijkheid krijgen over bescherming tegen ongewenste telemarketing, aldus de indiener van het betreffende amendement.
Niet meer anoniem bellen
Ingevolge het wetsvoorstel zijn anonieme telemarketinggesprekken niet langer toegestaan. De identiteit van de verzender van de communicatie, in de vorm van het telefoonnummer moet kenbaar worden gemaakt. Er mag derhalve door de verzender geen gebruik worden gemaakt van nummerblokkering.
Moties
Verschillende Kamerleden hebben de plenaire behandeling in de Tweede Kamer aangegrepen om moties in te dienen. Deze zien met name op gerelateerde onderwerpen.
Ten eerste een verzoek aan de regering om te komen met wetgeving, bijvoorbeeld een aanpassing van de Colportagewet, om te voorkomen dat consumenten aan de deur commerciële langlopende verplichtingen aan kunnen gaan. Deze motie is verworpen.
Ten tweede een verzoek aan de regering om al dan niet in overleg met de sector, te komen tot garanties die moeten voorkomen dat consumenten ongewild langdurig dubbele verplichtingen aangaan (in het bijzonder bij energiecontracten) die voor financiële problemen kunnen zorgen doordat consumenten, door onduidelijke en misleidende voorlichting, een contract aangaan zonder dat hun bestaande contract ontbonden wordt. Deze motie is aangenomen.
Ten derde een verzoek aan de regering, om bij de invoeringstoets op de wetswijziging van de Telecommunicatiewet onder meer te toetsen hoe in de uitvoering wordt omgegaan met persoonsgegevens en daarbij de Autoriteit Persoonsgegevens te betrekken. Deze motie is aangenomen.
Ten vierde is uitgesproken dat het Kadaster en de Kamer van Koophandel voortaan geen privéadressen meer verstrekken van ingeschrevenen die aangeven dat niet te willen. Deze motie is aangenomen.
Vervolg: ingangsdatum
Het wetsvoorstel gaat nu naar de Eerste Kamer. Daarna zal de ingangsdatum van de wet worden vastgesteld.