Op 12 december 2018 is het nieuwe wetsvoorstel voor de Wet Franchise gepubliceerd. Dit nieuwe wetsvoorstel ligt momenteel ter consulatie voor. Reacties kunnen tot 1 februari 2019 online ingediend worden.
Het wetsvoorstel is relevant voor alle franchiserelaties waarop het (dwingende) Nederlands recht van toepassing is. Dit zal uiteraard het geval zijn bij een uitdrukkelijke rechtskeuze voor Nederlands recht in de franchiseovereenkomst, maar zal dit ook zijn wanneer zowel franchisegever als franchisenemer in Nederland gevestigde partijen zijn. Dit laatste kan bijvoorbeeld ook een rol spelen bij zogenoemde master franchise structuren, waarbij de master-franchisenemer en de sub-franchisenemers beiden in Nederland gevestigd zijn.
Doel en inhoud van het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel strekt ertoe de positie van de franchisenemer te versterken, waarbij het basisprincipe van “goed franchisegever” en “goed franchisenemer” centraal staat.
Dit basisprincipe veronderstelt dat partijen jegens elkaar in redelijkheid en zorgvuldigheid optreden, waarbij de franchisegever zich rekenschap moet geven van zowel de belangen van de keten als de belangen van de individuele franchisenemer. Dit wordt in het conceptvoorstel Wet Franchise geconcretiseerd in de vorm van onder andere:
- Specifieke op de franchisegever rustende informatie verplichtingen, ten aanzien van zowel de precontractuele fase als ook gedurende de franchiserelatie;
- een verplichte “stand still-periode” van twee weken voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst, waarin de franchisenemer alle informatie tot zich door kan laten dringen;
- Beperkingen ten aanzien van het tussentijds wijzigen van de franchiseovereenkomst door de franchisegever, die een aanzienlijke invloed hebben of kunnen hebben op de franchisenemer; en
- Specifieke
inhoudelijke voorschriften over de
inhoud van de franchiseovereenkomst, ten aanzien van:
- Non-concurrentiebedingen;
- Exclusieve afnamebedingen;
- Vergoeding van goodwill bij beëindiging van de franchiserelatie; en
- Het vastleggen van periodiek overleg tussen franchisegever en franchisenemer.
De Wet Franchise zal opgenomen worden in een nieuwe titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (“BW“). Deze titel zal van dwingend recht zijn, waar niet ten nadele van de franchisenemer van afgeweken mag worden. Dit heeft als gevolg dat op grond van artikel 3:40 BW franchiseovereenkomsten die zijn aangegaan in strijd met dwingende bepalingen uit de Wet Franchise, vernietigbaar zijn. Uitsluitend franchisenemer kan zich op de vernietigbaarheid beroepen.
De consultatie
Iedere geïnteresseerde kan tot 1 februari zijn of haar reactie digitaal indienen via de website. De ingediende reacties zullen ook gepubliceerd op deze website.
Klik hier voor de Engelse versie van dit artikel.