Live-chatfunctie voldoet als elektronisch postadres
Netflix door de rechtbank in het gelijk gesteld
De ACM heeft Netflix in 2019 een last onder dwangsom opgelegd om Netflix te dwingen op haar website een e-mailadres te vermelden op een voor consumenten duidelijke plek. Volgens de wet moet degene die een dienst van de informatiemaatschappij verleent, onder andere gegevens toegankelijk maken die een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie mogelijk maken, met inbegrip van “zijn elektronische postadres” (artikel 3:15d BW). De aanleiding voor deze last onder dwangsom waren handhavingsverzoeken van toezichthouders uit Duitsland, Oostenrijk en België.
Volgens Netflix was er echter geen sprake van een overtreding doordat de live-chatfunctie als ‘elektronisch postadres’ fungeert en daarmee voldoet aan Europese (en Nederlandse) consumentenwetgeving. De rechtbank heeft Netflix in het gelijk gesteld en heeft geoordeeld dat de door Netflix aangeboden live-chatfunctie voldoet aan de wettelijke verplichting om een elektronisch postadres te bieden dat gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk is, zoals bepaald in artikel 3:15d lid 1 sub b BW. Uit de uitspraak volgt duidelijk dat vrijheid van ondernemerschap en techniekneutraliteit voor de rechtbank van belang zijn.
Over deze uitspraak hebben Lisette den Butter en Tessa van den Ende recentelijk een artikel geschreven waarin zij ook kort de verschillende informatieverplichtingen voor dienstverleners van de informatiemaatschappij toelichten die in deze Netflix-zaak aan de orde kwamen.
Klik hier voor het volledige artikel (gepubliceerd in Juridisch up to Date 2020, nr. 7).