Commissie consulteert nieuwe mededingingsregels voor verticale overeenkomsten

Inleiding                                                                

Op 9 juli 2021 publiceerde de Europese Commissie (“Commissie”) haar langverwachte concept groepsvrijstellingsverordening voor verticale overeenkomsten (Vertical Block Exemption Regulation – “Concept VBER”) en de bijbehorende concept richtsnoeren (“Concept Richtsnoeren”). Deze regels zijn van grote praktische waarde voor ondernemingen om te beoordelen of hun verticale overeenkomsten zoals distributie, franchise en agentuur niet (gedeeltelijk) nietig zijn vanwege strijd met het kartelverbod en of zij in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van het kartelverbod.

De Concept VBER en Richtsnoeren zullen per 1 juni 2022 de huidige  groepsvrijstellingsverordening (EU verordening 330/2010) en bijbehorende richtsnoeren inzake verticale beperkingen vervangen. Het huidige al sinds 2010 bestaande juridisch kader diende nodig te worden aangepast op nieuwe distributievormen als gevolg van de exponentiele groei van e-commerce en de centrale rol die online marktplaatsen hierin hebben ingenomen.

De Concept VBER en Richtsnoeren kunnen gedurende het wetgevingsproces nog worden aangepast, maar zullen richtinggevend zijn voor het uiteindelijke juridisch kader. Ondernemingen kunnen hier alvast op anticiperen bij het opstellen van distributieovereenkomsten en de inrichting van hun distributiestelsel. De Commissie nodigt marktpartijen uit om voor 17 september 2021 hun input te geven op de ter consultatie liggende conceptstukken.

Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen

  • Meer duidelijkheid wanneer sprake is van een agentuurverhouding op grond waarvan een distributieovereenkomst is uitgezonderd van het kartelverbod (o.a. online platformen kunnen niet meer als agent kwalificeren);
  • Duale distributie is volledig vrijgesteld bij een gezamenlijk marktaandeel (leverancier en distributeur) van < 10%. Bij een gezamenlijk marktaandeel van 10%-30% valt duale distributie ook onder de verticale groepsvrijstelling, maar dienen contractbepalingen inzake informatie-uitwisseling afzonderlijk te worden getoetst aan de mededingingsregels voor horizontale overeenkomsten. Deze vrijstellingen voor duale distributie gelden niet voor online platformen;
  • Prijsdifferentiatie tussen online en offline verkopen (‘dual pricing’) en een verbod op verkopen via online marktplaatsen (‘marketplace bans’) kunnen nu wel onder de groepsvrijstelling vallen;
  • Het principe van equivalentie van gestelde eisen aan online en aan offline verkopen binnen een selectief distributiesysteem geldt niet langer; 
  • Een verbod voor de distributeur om prijsvergelijkingssites te gebruiken, kwalificeert als hardcore restrictie;
  • ‘Brede’ retailpariteitsverplichtingen (de verplichting om retailverkoopvoorwaarden te hanteren die hetzelfde of beter zijn dan de prijs en/of voorwaarden via een ander verkoopkanaal) vallen niet langer onder de groepsvrijstelling. Retailpariteitsverplichtingen waarbij pariteit alleen ziet op het eigen directe verkoopkanaal (zoals de eigen website) en wholesalepariteitsverplichtingen blijven onder de groepsvrijstelling vallen;
  • Een selectief distributiesysteem dat alleen in enkele EU-lidstaten (in plaats van EU-breed) wordt geïmplementeerd kan nu beter worden beschermd, en verkoopbeperkingen kunnen worden doorgegeven aan de klanten van distributeurs;
  • Het kiezen voor een exclusief distributiemodel wordt aantrekkelijker, omdat nu meerdere exclusieve distributeurs kunnen worden aangesteld en verkoopbeperkingen kunnen worden doorgegeven aan de klanten van distributeurs.

Graag verwijzen wij u naar het uitgebreidere Engelstalige artikel van onze kantoor genoten Pauline Kuipers, Ariane Le Strat en Jörg Witting waarin zij diverse wijzigingen inhoudelijk bespreken.

Dit artikel is geschreven door:

Piet-Hein Eijssen

Volg ons op

Laatste nieuws