De 30%-regeling wordt verkort tot 5 jaar

Indien uit het onderzoeksverslag in een enquêteprocedure blijkt dat een bestuurder, een commissaris of een ander, die in dienst is van de rechtspersoon, verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of een onbevredigende gang van zaken, biedt artikel 2:354 BW de mogelijkheid voor de rechtspersoon om de kosten van het enquêteonderzoek te verhalen op deze persoon.

Op vrijdag 13 april 2018 wees de Hoge Raad een uitspraak waaruit duidelijk blijkt dat artikel 2:354 BW tevens van toepassing is op de feitelijke bestuurder die niet in dienst is van de vennootschap. De beschikking van de Hoge Raad maakt onderdeel uit van een reeks uitspraken die verband houden met de Leaderland vennootschappen.

De looptijd van de 30%-regeling wordt per 1 januari 2019 verkort tot 5 jaar. Nu is de maximale looptijd 8 jaar. De kortere looptijd gaat voor zowel nieuwe als bestaande gevallen gelden. Staatssecretaris Snel van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd dat het kabinet deze maatregel als voorstel in het Belastingplan 2019 zal opnemen.

Werknemers die vanuit het buitenland worden aangeworven om  in Nederland te komen werken komen in aanmerking voor de 30%-regeling als zij een loon van minimaal € 37.296 op jaarbasis genieten en aan enkele aanvullende voorwaarden voldoen. De regeling is met name bedoeld voor expats en is bedoeld als tegemoetkoming voor de extra kosten die zij veelal moeten maken in verband met hun tijdelijke verblijf in Nederland. Hieronder vindt u algemene informatie over de 30%-regeling.

Zolang de 30%-regeling van toepassing is, mag maximaal 30% van het loon van de werknemer onbelast worden uitbetaald. Onder de nieuwe regels zal dit dus maximaal 5 jaar het geval zijn. In plaats van de 30%-regeling kunnen ook de werkelijke extra kosten van het tijdelijke verblijf van de werknemer in Nederland onbelast worden vergoed. In zijn brief kondigt de staatssecretaris aan dat hij ook voor deze werkelijke-kostenvergoeding een maximale periode van 5 jaar aan wil gaan houden. Hetzelfde geldt voor de regeling van de partiële buitenlandse belastingplicht. Deze regeling fungeert voor veel expats als een gunstig belastingregime voor box 2 en box 3.

De verkorting van de looptijd komt voort uit de evaluatie van de 30%-regeling die plaatsvond in 2017. Het voornemen om de looptijd te verkorten was ook in het regeerakkoord opgenomen. De brief van de staatssecretaris bespreekt ook andere voorstellen tot aanpassing van de regeling die in het evaluatierapport werden genoemd, namelijk het vergroten van de minimale woonafstand van 150 kilometer van de Nederlandse grens voor werknemers, en het maximeren van de onbelaste vergoeding voor inkomens boven de € 100.000. De staatssecretaris geeft aan dat het kabinet ervoor heeft gekozen deze aanbevelingen niet over te nemen.

Algemene informatie over de 30%-regeling

De 30%-regeling is een belastingfaciliteit voor werknemers die vanuit het buitenland tijdelijk in Nederland werken en die voldoen aan bepaalde voorwaarden.

Deze werknemers worden geacht extra kosten te maken in verband met hun verblijf buiten het land van herkomst. As vergoeding voor deze extra kosten – extraterritoriale kosten – mag de werkgever een vaste vergoeding van maximaal 30% van het salaris betalen. De werkgever en werknemer moeten daarvoor gezamenlijk een verzoek indienen bij de Belastingdienst, die vervolgens een beschikking afgeeft.

De maximale looptijd van de regeling is 8 jaar (dit was voorheen 10 jaar, en wordt per 2019 in principe verkort naar 5 jaar).

Het is niet van belang of de werknemer in het buitenland blijft wonen of naar Nederland verhuist.

Naast de 30%-regeling kan de werknemer, als de Belastingdienst een goedkeurende beschikking heeft afgegeven, bij zijn of haar aangifte inkomstenbelasting kiezen voor partiële buitenlandse belastingplicht. De onderworpenheid aan inkomstenbelasting (voor box 2 en box 3) wordt daardoor beperkt.

In plaats van de 30%-regeling mag een werkgever de werkelijke extraterritoriale kosten vergoeden zonder beschikking van de Belastingdienst. Dit moet wel worden onderbouwd met schriftelijke stukken.

Voorwaarden voor de 30%-regeling

Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • De 30%-regeling is alleen beschikbaar voor werknemers.
  • De werknemer moet naar Nederland zijn gezonden of vanuit het buitenland zijn aangeworven en moet gedurende meer dan twee derde van de 24 maanden voorafgaand aan zijn of haar dienstbetrekking in Nederland minimaal 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond.
  • De werkgever moet inhoudingsplichtige zijn voor de loonbelasting.
  • De werknemer moet specifieke deskundigheid hebben die niet of schaars aanwezig is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Als het belaste loon van de werknemer op jaarbasis minimaal € 37.296 bedraagt, wordt de werknemer geacht specifieke deskundigheid te bezitten.
  • De werkgever en werknemer moeten een gezamenlijk verzoek indienen bij de Belastingdienst binnen vier maanden nadat de werknemer in dienst is getreden om vanaf de eerste werkdag gebruik te kunnen maken van de 30%-regeling. Als het verzoek later wordt ingediend, kan de 30%-regeling ingaan vanaf de maand na indiening van het verzoek en wordt de tijd die daarvoor al in Nederland is doorgebracht afgetrokken van de maximale looptijd van 8 jaar.
  • De werkgever en werknemer moeten schriftelijk (bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst) vastleggen dat een afzonderlijke onbelaste vergoeding voor extraterritoriale kosten zal worden betaald in aanvulling op het brutosalaris, met een maximum van 30% van de totale vergoeding.

N.B. In iedere situatie moet afzonderlijk worden vastgesteld of de 30%-regeling kan worden toegepast.

Klik hier voor de Engelse versie.

Dit artikel is geschreven door:

Daan Roosdorp

Volg ons op

Laatste nieuws